De koralen van het Great Barrier Reef in Australië worden met hun "ernstigste verbleking uit de geschiedenis" geconfronteerd. Dat zegt de mariene bioloog Terry Hughes, die aan het hoofd staat van de werkgroep die het grootste koraalrif ter wereld bestudeert.

De werkgroep van de Australische overheid heeft vanuit de lucht de toestand onderzocht van 520 afzonderlijke riffen, tussen de Oost-Australische stad Cairns en Papoea-Nieuw-Guinea. "Bij de riffen die we hebben overvlogen, werd haast zonder uitzondering een hoge graad van verbleking vastgesteld", zo zegt Hughes. "Dit was een van de treurigste onderzoeksreizen in mijn leven."

De schade is volgens hem veel groter dan bij de grote koraalverblekingen van 1998 en 2002. Slechts vier van de 520 koraalriffen bleken nog geen kleurverlies te hebben geleden. Maar liefst 95 procent van de koraalriffen bevindt zich in de twee categorieën die de meest ernstige mate van verbleking aangeven, zo blijkt nog uit het onderzoek. Bij een onderzoek van diezelfde riffen in 2002 zat nog 18 procent in die twee categorieën.

De oorzaak van de ernstige verbleking wordt gelegd bij het weerfenomeen El Niño, dat de temperatuur van het water in de Stille Oceaan doet toenemen. Bij hogere temperaturen stoten de eencellige algen, die in symbiose met de koralen leven, gifstoffen uit en worden ze afgestoten. Door dat proces verliezen koralen in eerste instantie hun kleur, als ze zich niet herstellen dan sterven ze af. (Belga)