In een opmerkelijke vangst is een reusachtige meerval van 85 kilo en 2,30 meter lang gevangen in de Ebro-rivier in de buurt van Zaragoza. De Ebro is een van de belangrijkste rivieren van Spanje en stroomt van de Cantabrische bergen naar de Middellandse Zee. Met een lengte van bijna 930 km is het de op een na langste rivier van Spanje.

Een inwoner van de provincie Palencia in Castilië en Léon was de gelukkige visser die erin slaagde deze indrukwekkende vis te vangen. Na het maken van een foto werd de meerval in perfecte conditie veilig teruggezet in het water. Het is niet de eerste keer dat een dergelijk zwaar en lang “riviermonster” wordt gevangen in de Ebro-rivier.
De meerval, ook bekend als de ‘basurero’ (vuilnisbak) van de meren en “siluro” in het Spaans, is een invasieve vissoort afkomstig uit het stroomgebied van de Donau in Duitsland. Deze roofvis werd in de jaren zeventig geïntroduceerd in Spaanse rivieren en heeft zich sindsdien wijd verspreid.
Bron:https://www.spanjevandaag.com

 

 

22 februarI 2024- Bron VRT - Nooit geziene zeedieren ontdekt op onderzeese bergketen voor kust van Chili

Een groep internationale wetenschappers heeft voor de kust bij Chili meer dan 100 nieuwe diersoorten ontdekt. Ze troffen bijvoorbeeld nieuwe diepzeekoralen, glassponzen, vlokreeften en andere kreeften aan.

Wetenschappers hebben mogelijk meer dan 100 nieuwe diersoorten gevonden op een onderzeese bergketen voor de kust van Chili. Het gaat om zee-egels, kreeften, sponzen en koralen die nooit eerder zijn gezien. En zelfs soorten die waarschijnlijk helemaal nieuw zijn voor de wetenschap.

Diep in de Stille Oceaan, voor de kust van Chili, liggen Salas y Gómez en Nazca: 2 onderzeese bergketens van vulkanische oorsprong, samen meer dan 4.000 kilometer lang. Het wordt gezien als één van de meest unieke hotspots voor mariene biodiversiteit op aarde. En het blijkt die naam ook waar te maken.

Met een onderwaterrobot die tot 4.500 meter diep kan duiken, hebben wetenschappers het onderwaterleven op 10 van de 200 onderzeese bergen in kaart kunnen brengen. Ze ontdekten dat elke berg een compleet verschillend ecosysteem bleek te herbergen. Er werden meer dan 100 nooit geziene zeediertjes gevonden.

"We hebben onze verwachtingen tijdens deze expeditie ruimschoots overtroffen. Je verwacht altijd nieuwe soorten te vinden in deze afgelegen en slecht onderzochte gebieden, maar de hoeveelheid die we hebben gevonden, vooral voor sommige groepen zoals sponzen, is verbluffend", zegt marien bioloog Javier Sellanes die de expeditie heeft geleid.

De wetenschappers gaan nu het DNA analyseren van de dieren waarvan ze vermoeden dat het om nieuwe soorten gaat. "De volledige identificatie kan jaren duren, het team heeft een ongelofelijk aantal stalen gevonden in deze verbazingwekkend mooie en weinig bekende hotspot voor biodiversiteit", zegt de directeur van het onderzoeksinstituut Schmidt Ocean Institute.

De wetenschappers hebben tijdens de expeditie 52.777 vierkante kilometer oceaanbodem in kaart gebracht. Ze ontdekten ook 4 nieuwe onderzeese bergen voor de kust van Chili, waarvan de hoogste 3.500 meter hoog is.

De wetenschappers vragen met hun ontdekkingen ook meer aandacht voor het beschermen van het rijke onderwaterleven in de Stille Oceaan en daarbuiten. "Deze bloeiende en gezonde ecosystemen bewijzen dat de maatregelen die nu al bestaan in een deel van het gebied (de nationale parken Nazca-Desventuradas en Juan Fernández, red.), effectief bescherming bieden", zegt professor Sellanes.

Vandaag start nog een tweede expeditie langs de onderzeese bergketen Salas y Gomez. Wetenschappers zullen er de komende maanden tot 600 meter diepte duiken.

 

Foto links: Visje (een Chaunax) gezien op een diepte van 1.388 meter op één van de onderzeese bergen voor de kust van Chili

Foto rechts: Een zeldzame soort inktvis (Mastigoteuthidae), gezien op 1.105 meter diepte langs de onderzeese Nazca-bergketen

 

 

 

Olifantsvissen kunnen kijken met elkaars ogen, en zijn zo roofdieren te slim af

.....................

 

Een duizelingwekkend idee: vissen die door het uitwisselen van elektrische signalen door elkaars ogen kunnen kijken. Onderzoekers van het Amerikaanse Zuckerman Instituut menen bewijs te hebben gevonden dat het bestaat. Bij de olifantsvis (Gnathonemus petersii, ook wel tapirvis genoemd), een 20 centimeter grote Afrikaanse bodemvis die hier populair is onder aquariumhouders.

De onderzoekers vermoedden al dat olifantsvissen tijdens hun evolutie eigenschappen hebben ontwikkeld waardoor ze gezamenlijk objecten of andere organismen van grotere afstand beter kunnen detecteren dan een individueel dier zou kunnen. Om dat te onderzoeken, bootsten de Amerikanen in een computermodel eerst de elektrische velden en impulsen van de vissen na. Bij onderzoek aan de vissen zelf (de vissen werden in een aquarium uitgerust met kleine receptoren) bleek dat hun ‘elektrosensorische systemen’ zowel reageren op hun eigen signalen als op die van andere vissen. Ook reageerden ze op nagebootste signalen in het lab.

Vijanden opsporen
Uit beide methodes bleek dat de olifantsvissen in een (kleine, maar hechte) groep tot drie maal beter in staat waren objecten te detecteren dan vissen alleen. Ook hun geobserveerde gedrag wees in die richting. De onderzoekers, die hun bevindingen publiceerden in het wetenschappelijk tijdschrift Nature, denken dat deze eigenschap vooral van belang kan zijn om sneller vijanden op te sporen.

Martien van Oijen, oud-conservator van de vissencollectie in het Natuurhistorisch museum Naturalis in Leiden, spreekt van ‘een zeer interessant onderzoek’. Volgens Van Ooijen was nog maar weinig bekend over de vissoort, die hij in Naturalis in de collectie had. ‘We wisten al dat ze een elektrisch veld om zich heen creëren. Door hun modderige omgeving hebben ze weinig aan hun ogen, die ook erg klein zijn. Hun spieren ontwikkelen de stroompulsen, de receptoren zitten in hun huid, die geven de signalen weer door naar de hersenen. Dat ze op die wijze ook in staat zijn om bij wijze van spreken met elkaars ogen te kijken, valt bijna niet voor te stellen’.

Bron JP Geelen (De Morgen)

 

 

 

Danionella cerebrum

Wetenschappers hebben de piepkleine vissoort Danionella cerebrum nog eens een keer extra bestudeerd. Uit recent onderzoek blijkt nu hoe het kan dat deze vis uiteindelijk meer dan 140 decibel kan produceren.

De vissoort Danionella cerebrum ziet er zo schattig uit; het visje is maar 12 millimeter groot en bijna volledig doorzichtig. Ondanks het kleine formaat kan de vis toch heel bijzondere dingen doen, waaronder het produceren van een geluid dat net zoveel herrie maakt als de motor van een vliegtuig. Uit recent onderzoek blijkt nu hóé deze vissen dit voor elkaar weten te boksen. Wetenschapper Ralf Britz heeft meegewerkt aan het onderzoek. Hij licht toe: “het visje kan dus een geluid produceren van 140 decibel op een afstand van ongeveer 12 millimeter. Je kan dit vergelijken met het lawaai dat je op 100 meter afstand zal horen op het moment dat een vliegtuig opstijgt.”

Drummende vis
De vissoort maakt gebruik van een complexe constructie in het lichaam om het geluid mogelijk te maken. Deze constructie bestaat uit een stukje kraakbeen waaraan een speciale rib zit dat als drumstokje wordt ingezet door hiermee op de zwemblaas te slaan. Aan de andere kant zit het kraakbeen vast aan een sterke spier die minder snel moe wordt dan de gemiddelde spier. “De vis slaat dit drumstokje met een kracht van meer dan 2000 gram tegen zijn eigen zwemblaas,” vult Britz aan. “Dit produceert een kort maar krachtig geluid. Door vervolgens dit erg snel achter elkaar te doen kan de vis communiceren met anderen van zijn soort.” Het onderzoek is gepubliceerd in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences.

Uitgebreid onderzoek
Voor het onderzoek hebben de wetenschappers gebruik gemaakt van een groot arsenaal aan verschillende onderzoekstechnieken. Zo hebben ze gebruik gemaakt van een hogesnelheidscamera om het drummen zelf beter te kunnen analyseren. Ook hebben ze gebruik gemaakt van tomografie door de visjes te scannen met röntgenstraling om zo een  platte foto te produceren die als plattegrond kon dienen. Ten slotte hebben de onderzoekers ook nog de genen geanalyseerd van de visjes en hebben ze visjes onderling met elkaar vergeleken. Hieruit kwam naar voren dat blijkbaar alleen mannelijke visjes het geluid kunnen maken. Ook denken de wetenschappers op basis van hun onderzoek wel te weten waarom de visjes zo’n hard geluid voortbrengen. Deze vissen leven namelijk van nature in ondiepe en troebele rivieren in Myanmar. Blitz laat weten: “We gaan ervan uit dat mannetjes onderling veel competitie hebben, en dat deze competitie er uiteindelijk voor heeft gezorgd dat ze zo’n speciale constructie hebben gekregen.”

Klankkast
De resultaten van het onderzoek zijn significant, omdat ze ons meer kunnen vertellen over hoe dieren precies kunnen bewegen. Britz vertelt: “Uiteindelijk draagt dit onderzoek bij aan onze algemene kennis wat betreft evolutionaire biologie en biomechanica. Dit visje laat ons zien dat er meerdere manieren mogelijk zijn waarop botten en organen zich kunnen bewegen. Het geluid van andere Danionella-soorten hebben we nog niet kunnen bestuderen. Het zou dan ook heel interessant zijn om te ontdekken hoe hun ‘klankkast’ verschilt van de versie die Danionella cerebrum heeft.”

Bron: Scientias

 

 

Dierenverzorgers in een aquarium in het Amerikaanse North Carolina waren bezorgd toen ze in september een gezwel opmerkten bij een van hun roggen. Initieel dachten ze dat pijlstaartrog Charlotte misschien kanker had. Maar na een echografie bleek dat de rog zwanger is.
Goed nieuws, zou je denken. Maar er is één probleem: er zit helemaal geen mannelijke rog in het aquarium.

Volgens de verzorgers zijn er twee mogelijke scenario’s. Enerzijds zou er sprake kunnen zijn van parthenogenese. Dat is een vorm van ongeslachtelijke voortplanting, waarbij vrouwtje van bepaalde diersoorten toch in staat zijn om nakomelingen te krijgen zonder de hulp van een mannetje. Volgens de dierenarts van het aquarium zijn er een aantal gevallen geweest van zo’n voortplanting bij roggen.

Maar de dierenverzorgers vrezen dat er misschien nog een andere verklaring is. Zij denken dat Charlotte mogelijk bezwangerd werd door één van de mannelijke haaien. “Midden juli 2023 plaatsten we twee 1 jaar oude (mannelijke, red.) witgestippelde bamboehaaien in die tank. We konden niets definitiefs vinden over hun rijpingsgraad, dus we dachten niet dat er een probleem zou zijn”, zegt verzorger Ramer. “We begonnen bijtwonden op Charlotte te zien. We zagen dat andere vissen naar haar hapten, dus we verplaatsten die vissen. Maar het bijten ging door.” Zulke bijtwonden zouden volgens de verzorgers een signaal kunnen zijn van parende haaien.

Charlotte zou minstens vier kleintjes dragen en zou ieder moment kunnen bevallen. Maar de vraag is hoe de kleintjes er zullen uitzien. Het aquariumpersoneel zal DNA-testen uitvoeren op de nieuwkomelingen om na te gaan of het gaat om klonen van de moeder (zoals dat het geval zou zijn bij parthenogenese) of dat het om een gemend ras gaat.

 

 

 

Paling van 60 centimeter gevonden in Kleiputten in Terhagen: "Raadsel hoe vis hier beland is"

In Rumst (B) is een paling gevonden in het water van de Kleiputten van Terhagen. Dat is opmerkelijk omdat de putten niet meer verbonden zijn met de Rupel rivier door beken of kanalen. "Het is een raadsel hoe de vis hier is beland. Het was een volwassen paling van 60 centimeter", zegt Erik De Keersmaecker van Natuurpunt.

 

In Terhagen deden onderzoekers van het INBO en de lokale afdeling van Natuurpunt een opmerkelijke ontdekking in het water van de Kleiputten. "De bedoeling was om brasem en karper af te vangen. Die vissen verstoren de bodem en de biodiversiteit te fel, daarom verplaatsen we ze naar het naburig Zeekanaal", vertelt Erik De Keersmaecker van Natuurpunt Rupelstreek. "Maar plots dook er ook een volwassen paling van 60 centimeter op. Vermoedelijk zit de vis hier dus al jaren. Al is het een raadsel hoe de vis in het stilstaande water van de Kleiputten is beland."

Gladde orgie in de Sargassozee
Dat mysterie hangt samen met de manier waarop palingen zich voortplanten. Elk jaar trekken geslachtsrijpe palingen uit Europa en Noord-Amerika massaal naar de Sargassozee, 6.000 kilometer van hier aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Daar paaien de palingen en komen kleine glasalen uit de eitjes. Die glasalen zwemmen op hun beurt terug naar de rivieren.

De Terhaagse Kleiputten zijn echter al jaren niet meer verbonden met de Rupel via beken of kanalen. Hoe is de vis er dan terechtgekomen? "Volgens mij is er maar één piste mogelijk", zegt De Keersmaecker. "Bij zware regenval zijn er kleine overloopleidingen om water uit de putten af te voeren naar de Rupel. Vermoedelijk is één glasaal via zo'n leiding stroomopwaarts tot in de Kleiputten gezwommen."
Bron: VRT

 

 

Waterschap gaat miljoenen uitgeven om korte metten te maken met overlast waterplanten

 

Waterschap Drents Overijsselse Delta (NL) heeft besloten de komende jaren nog meer geld uit te geven voor het aanpakken van plaagplanten in sloten en weteringen. Er zal elk jaar één miljoen euro worden besteed aan het weghalen van oever- en waterplanten die de waterafvoer belemmeren en een bedreiging zijn voor de natuur. Het gaat om planten uit aquariums en tuinvijvers, die worden overgezet in sloten en weteringen, maar van nature niet thuishoren in ons land.

De exotische waterplanten groeien heel snel en kunnen in korte tijd het water helemaal 'verstikken'. Sloten en weteringen die dichtgroeien kunnen geen water meer afvoeren.
“De aanwezigheid van het aantal nieuwe soorten en de verspreiding van deze planten neemt in Nederland de laatste jaren in rap tempo toe”, zegt waterschapbestuurder Hans Pereboom. “Ook bij Waterschap Drents Overijsselse Delta zien we deze toename. Daardoor nemen de kosten voor het bestrijden en in toom houden van de planten snel toe. Inmiddels dusdanig snel dat extra financiële middelen noodzakelijk zijn.” Het budget voor de bestrijding van de ongewenste waterplanten wordt met 300.000 euro extra opgevoerd tot 1 miljoen euro per jaar.

Verspreiding
Het waterschap onderhoudt 7.100 kilometer aan rivieren, kanalen, weteringen, grachten en sloten in Overijssel en Drenthe. In ongeveer 25 kilometer aan kleinere slootjes zitten ook exoten. Hier is het waterschap niet verantwoordelijk voor het onderhoud, maar heeft het wel last van verspreiding van planten vanuit deze sloten.

Probleemsoorten
Probleemsoorten die het meest voorkomen in het werkgebied van Waterschap Drents Overijsselse Delta zijn Grote Waternavel, Parelvederkruid, Ongelijkbladig Vederkruid, Waterteunisbloem, Watercrassula, Waterwaaier ...

 

 


Normale duikers nemen nauwelijks notie van de kleine, wat opvallende rifbaarzen en waterjuffertjes. Het is maar één van de duizenden rifbaarzen, die in de koraalriffen van de Stille Zuidzee leven. Maar aquariumliefhebbers en mariene biologen zien haaien en reuzenmanta’s alleen in het voorbijgaan, omdat hun aandacht juist uitgaat naar de kleine juweeltjes in de zee.
Zo ontdekte JBL expeditieleider Heiko Blessin een rifbaars die hij tot dusverre alleen in het Great Barrier Reef en bij Lord Howe Island had gezien. Chromis nitida wordt ook beschreven als zijnde uit deze twee gebieden. De foto’s van deze soort vormen een duidelijke eerste vermelding voor de riffen van Frans-Polynesië. C. nitida werd tijdens de JBL expeditie naar de Stille Zuidzee in juli 2023 in het Tuamotu archipel gezien nabij het atol Toau op een diepte van 25 meter.

 

 

.....

De Koraalduivel is een invasieve vis in de Caribische zee en ‘een plaag' geworden. De koraalduivel eet namelijk kleine rifvisjes. Deze visjes zijn belangrijk om er voor te zorgen dat het koraal rondom Bonaire kan blijven bloeien. In Bonaire mag er daardoor gejaagd worden op koraalduivels. Door actief te jagen op de koraalduivel hoopt STINAPA dat de populatie onder controle blijft.
Sascha Jongejans (links op de foto) ving een koraalduivel van maar liefst 45 centimeter.

 

 


U heeft er waarschijnlijk nog nooit van gehoord, maar de reuzenschelpkokerworm of loimia ramzega is al enkele jaren gekend. In 2017 werden er voor het eerst een aantal exemplaren beschreven nadat Franse onderzoekers enkele rare kokers van schelpstukken hadden opgemerkt op een strand in Bretagne. Daarin bleek de nog niet gekende wormensoort schuil te houden. De onderzoekers besloten het dier de naam loimia ramzega te geven, afgeleid van het Bretonse woord ‘ramzeg’, wat ‘reus’ betekent.

En uit recent onderzoek is gebleken dat de reuzenworm, die tot wel 65 centimeter groot kan worden, niet alleen in Bretagne voorkomt, maar zich ook schuilhoudt op verschillende plaatsen in de Noordzeebodem. Eerder dit jaar vonden onderzoekers van Eurofins AquaSense en Waardenburg Ecology de lange bruine wormen terug in bodemmonsters afkomstig van het Friese Front, een zeegebied zo’n 80 kilometer ten noorden van de Waddeneilanden, en de Bruine Bank, een gebied vlak voor de kust van IJmuiden. Duitse onderzoekers hebben het dier ondertussen ook al waargenomen in het Duitse deel van de Noordzee. Dat zo’n grote soort nu plots op meerdere plaatsen wordt gespot, doet wetenschappers vermoeden dat het om een recente immigrant gaat.

 

 

Aquariumplanten van het geslacht Echinodorus komen uit Noord/Zuid Amerika en worden al van ouds gebruikt in het aquarium. Je hebt ze in verschillende maten en vormen, de bekendste is de Amazone zwaardplant die meestal als solitaire plant wordt aangewend.
Door commerciële plantenkwekers zijn er vele cultivars van het geslacht Echinodorus in de aquariumhobby gebracht. Cultivars zijn planten die in het wild niet voorkomen. Het zijn kruisingen tussen 2 verschillende Echinodorus soorten.

Vele Echinodorus soorten heten nu echter Aquarius. Dit is tenminste volgens de informatie die je kan vinden op deze website https://powo.science.kew.org/taxon/urn:lsid:ipni.org:names:77179511-1  Natuurlijke hybriden (met een x) zijn hier nog niet vermeld.

 

 

 

 

In 1918 zetten Amerikanen enkele vissen uit in Apache Lake in een woestijnachtig gebied in de Amerikaanse staat Arizona. Nu hebben wetenschappers ontdekt dat diezelfde vissen waarschijnlijk nog steeds leven. De nog altijd vrolijk rondzwemmende vissen – behorende tot drie verschillende Ictiobus soorten – waarvan nu blijkt dat sommigen zelfs meer dan 100 jaar oud zijn!

Lees meer in Haaien-Echo's nr 508 (dec 2023)

 

 

Subcategorieën