Een stuk "Seerose Frechen" stierf met Elisabeth Müller, omdat zij deze associatie lange tijd met ongelooflijke loyaliteit en liefde leidde, begeleidde en beleefde.
Toen in 1960 de "Aquarien- und Terrarienfreunde Seerose Frechen e.V." werd opgericht, was zij een van de oprichters. Van 1976 tot 2001 was zij voorzitster. Ze was ook lid of erelid van meerdere verenigingen o.a ook van BBAT. Allerlei onderscheidingen vielen haar te beurt waaronder de hoogste onderscheiding van de VDA, de gouden VDA-plaquette. Daar was ze bijzonder trots op, ze droeg het tot het einde bij elke aquariumgelegenheid! Elisabeth Müller kreeg trouwens door haar talrijke contacten in binnen- en buitenland, terecht de bijnaam "Müller Europe". Ze stierf in januari 2021 op 96-jarige leeftijd.

Bij het bestuur van Zilverhaai Beringen is er al van de jaren '80 een vriendschapsband met deze aquaristische dame. Men leerde haar destijds kennen naar aanleiding van IAS (Internationaal Aquarium Salon) tijdens promotie uitstappen in Duitsland. Ontmoetingen op de LimBeurs en tijdens de jaarlijkse BBAT-bondsdag waar zij de Duitse bond VDA (Verband Deutscher Vereine für Aquarien- und Terrarienkunde) vertegenwoordigde waren alle jaren nadien bijzonder hartelijk. Foto: Frau Müller samen met Jos Jansen, erevoorzitter Zilverhaai Beringen, tijdens de BBAT-bondsdag 2018.

 

De bruine nachtboomslang (Boiga irregularis)  klimt in hoge bomen of palen door zijn lichaam als een lasso rond de paal te krullen en zich vervolgens omhoog te hijsen. Korte video> zie onderaan.


Slangen kunnen kronkelen, voorwaarts schuiven, zigzaggen (op een zanderige ondergrond) en van boom tot boom zweven. Maar onlangs observeerden Amerikaanse biologen1 een klimmethode die nog nooit eerder werd beschreven. De ‘lassotechniek’, waarmee de bruine nachtboomslang zich rond een paal krult en omhooghijst, is volgens de biologen een vijfde manier waarmee de reptielen zich kunnen voortbewegen.

De observatie is om nog een reden belangrijk. De bruine nachtboomslang is een invasieve soort op Guam, een eiland in de regio van Micronesië. Hij vormt er een groot gevaar voor lokale (en sterk bedreigde) vogelsoorten. Dat de slang zich zo makkelijk in bomen kan verplaatsen – richting vogelnesten – is zorgwekkend. Zelfs de gladde palen die natuurbeheerders gebruiken om bijvoorbeeld wasberen het klimmen te verhinderen, houden de slangen niet tegen.

De onderzoekers probeerden al verschillende alternatieve ‘slangenremmers’ uit, zoals brede metalen tussenschotten rond een nestpaal. Telkens vonden de slangen een oplossing.

video: https://youtu.be/ea2iI7vo3G4

 

Verstekeling uit de Atacama-woestijn

Vorig jaar in mei dook in Arnhem bij de familie Van den Akker een vogelspin op in een bakje druiven.

De druiven waren afkomstig uit Chili en waren aangekocht bij Albert Heijn. Mogelijk dat zo’n vogelspin in de koele ruimte van de zeecontainer van zo’n 1 graad in een winterslaap raakt en in Nederland ontwaakt.

Het dier is nu 7 maand later nog altijd in leven. Sterker nog: het gaat prima met het dier. Bij overbuurman Bart Kappen, die verstand heeft van reptielen, zit de spin er nog steeds warmpjes bij. Zoon Chris (9) heeft zich over het dier ontfermd.

Buurjongen Siem (12) komt vaak kijken. De spin heeft een gepaste naam gekregen: Druif. (Bron: De Gelderlander)

 

 

Een 81-jarige snapper (Macolor macularis) werd gevangen aan de noordwestkust van Australië. Het is voor zover bekend de oudste tropische koraalvis ooit gevangen. Het waren leden van het Australian Institute of Marine Science die de koraalvis bovenhaalde bij de koraalriffen Rowley Shoals in de Indische Oceaan, op zo’n 300 km van de Australische stad Broome. De snapper werd opgevist in het kader van een nieuwe studie naar de invloed van het opwarmen van de oceanen op deze en andere vissoorten. Het onderzoek spitste zich toe op drie soorten, die niet commercieel worden bevist in West-Australië: de Lutjanus bohar, de Macolor macularis en de Macolor niger.

Brett Taylor, visbioloog die de studie leidde, kon samen met zijn collega’s de leeftijd van de bejaarde snapper achterhalen dankzij de otolieten, beentjes in het binnenoor. Vissen hebben jaargroeiringen en aan de hand daarvan kan de leeftijd van vissen worden berekend, net zoals bij bomen.

Snappers behoren tot de orde van de baarsachtigen en worden aangetroffen in de tropische en subtropische gebieden in alle oceanen. Ze leven op grote dieptes tot 450 meter. Er zijn momenteel ongeveer +100 soorten snappers bekend. De bekendste soort is de Red snapper. Snappers kunnen soms 1 meter lang worden, en zijn naast de zeebaarzen geliefd als vangst voor vissers. Omdat zij zo snel groeien, zijn zij minder geschikt om in aquaria te houden.

 

In Indonesië is Edhy Prabowo gearresteerd op verdenking van omkoping. Prabowo is de minister van Maritieme Aangelegenheden en Visserijen, en staat aan het hoofd van de omvangrijke Indonesische vis-industrie – waaronder ook het kweken van koralen en siervissen valt.

Prabowo speelde een belangrijke rol in het heropenen van de Indonesische exportlijnen voor koralen en andere oceaanorganismen. Zijn voorganger had die handel immers verboden. Zie eerder bericht >  SN 116: Koralen uit Indonesië

Nu lijkt het erop dat Prabowo zich liet omkopen om exportlicenties te verkrijgen. Of zijn arrestatie gevolgen gaat hebben voor de internationale handel in koralen is niet duidelijk en moeten we afwachten.

Bron: The Jakarta Post

 

Drie bekende nederlandse visbenamingen in onze hobby, maar met veel verwarring en discussies; Wie is wie?

Tot dusverre behoorden twee van de drie bekende rood(neus-bek-kop)zalmen bij het geslacht Hemigrammus (H.rhodostomus en H.bleheri) en een derde soort tot het geslacht Petitella (P.georgiae). De Nederlandse namen zorgen voor verwarring, maar met de Engelse benamingen is het nog erger gesteld; men spreekt van Red-nose tetra, Rummy-nose, True Rummy-nose, False Rummy-nose, Rummy-Nose Tetra, Brilliant Rummy-Nose Tetra, Firehead Tetra...

Nieuwe onderzoeken toonden nu aan dat deze drie soorten veel nauwer verwant zijn dan eerder werd gedacht en nu -met prioriteit- alle drie in het geslacht Petitella thuis horen. De meest bekende van de drie wordt nu dus Petitella bleheri genoemd.

In de loop van dit onderzoek bleek ook dat van de pittige Petitella georgiae waarschijnlijk twee soorten zijn, één die uit Peru afkomstig is en een andere uit de rivier Rio Purus in Brazilië. De juiste beschrijving is nog niet beschikbaar, maar deze twee moeten gescheiden worden gehouden.
Bron: Aquaristik 6/2020

 

In de zomer van 2019 werd de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft aangetroffen op plaatsen in Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Een nazicht van de waarnemingen van rivierkreeften op het digitale dataplatform www.waarnemingen.be leverde vervolgens nog waarnemingen op van twee andere locaties in Antwerpen en Limburg, waardoor de soort uiteindelijk in drie provincies al aanwezig blijkt te zijn. Dit is al de vijfde exotische rivierkreeft in ons land.


Deze soort, die van oorsprong uit het oosten van Noord-Amerika komt, was in Europa tot nu toe slechts gekend van één populatie in Groot-Brittannië en een groeiende populatie in Nederland. Dat deze soort nu ook bij ons opduikt, en dat op verschillende locaties, is allesbehalve goed nieuws. Exotische rivierkreeften hebben veelal verregaande gevolgen voor het ecosysteem, hetzij direct of indirect.
Rivierkreeften zijn ultieme opportunisten, kunnen vrijwel alle aquatische habitatten koloniseren, zich zowel via water als over land verspreiden en eten vrijwel alles wat ze tegenkomen, zowel plantaardig als dierlijk materiaal, dood of levend. Na introductie van de rode Amerikaanse rivierkreeft in het noorden van Portugal volgde een vermindering van de densiteit en soortenrijkdom van macro-invertebraten (met het blote oog waarneembare ongewervelde dieren) en waterplanten in de gekoloniseerde wateren.

Dit leidde op zijn beurt tot veranderingen in de snelheid waarmee detritus (dood organisch materiaal) werd omgezet. Een toename van de nutriëntenrijkdom en fytoplankton leidde tot een omslag van helder naar troebel water en een sterke afname van de biodiversiteit.

Uit een studie in Spanje bleek dat niet alleen de waterplanten (-99%), maar ook de amfibieën (-83%), macro-invertebraten (-71%) en het aantal watervogels (-52%) afnamen na de introductie van de rode Amerikaanse rivierkreeft. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er bij de IUCN lijst van 100 meest problematische exoten wereldwijd maar liefst zeven rivierkreeften staan. Vijf dan deze soorten staan ook op de Unielijst van de Europese verordening ter preventie en beheer van invasieve exoten die de handel, het transport en het houden van deze soorten verbiedt. Rivierkreeften zijn daarbij extreem moeilijk te bestrijden door hun groot aanpassingsvermogen tegenover veranderingen in hun leefomgeving, hun omnivoor dieet, hun vermogen om zich makkelijk te verspreiden en vanwege aanhoudende illegale uitzettingen.
Gezien de grote negatieve impact van exotische rivierkreeften in het buitenland, is het van belang om de evolutie van deze groep in ons land op de voet te volgen. We roepen dan ook iedereen op om waarnemingen van rivierkreeften, liefst met foto, door te geven via www.waarnemingen.be
Bron: www.natuurpunt.be

 

De rijke biodiversiteit van Thailand is nog lang niet volledig geïnventariseerd. Olivier Pauwels, Curator Vertebraten van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, inventariseert en beschrijft al meer dan 20 jaar reptielen samen met zijn Thaise collega Montri Sumontha (Ranong Marine Fisheries Research and Development Station). Samen ontdekten ze al talloze nieuwe soorten in afgelegen gebieden over heel Thailand. Op een totaal onverwachte plaats: naast een beroemde boeddhistische tempel in Cha-Am en in het midden van de stad Ranong ontdekten ze twee nieuwe soorten.

De nieuwe gekko's werden beschreven in het wetenschappelijke tijdschrift Zootaxa en kregen deze naam mee; Dixonius dulayaphitakorum en Dixonius pawangkhananti. Ze zijn respectievelijk de 10e en 11e soort in hun geslacht en brengen het aantal Dixonius-soorten dat endemisch is voor Thailand op vijf.

Gekko's van het geslacht Dixonius zijn een groep kleine grond- en rotswonende gekko's. Ze worden soms ook "leaf-toed" gekko's genoemd, verwijzend naar de vorm van het kleefkussentje op het uiteinde van hun tenen, die doet denken aan een ginkgoblad. Dixonius-leden zijn over het algemeen minder dan 10 cm lang, inclusief staart, en eten vooral insecten en kleine spinnen.

BRON: Siska Van Parys, Museum Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

 

In natuurdocumentaires is het altijd goed voor adembenemend tv-spektakel: legertjes baby-zeeschildpadden die uit hun ei breken en het water proberen te bereiken.
Zeeschildpadden staan op de lijst van bedreigde diersoorten, onder andere doordat de eieren van deze dieren van het strand worden geroofd door stropers. Elk nest bevat minimaal honderd eieren, die omgerekend één tot twee euro per stuk opleveren. Vooral in Azië, bleek al in 2015 uit een rapport van TRAFFIC, dat de handel in bedreigde diersoorten monitort. De stranden van Vietnam, Maleisië en Indonesië worden daar leeggeroofd voor de Chinese consumentenmarkt. In Midden-Amerika neemt het ook almaar toe.


Een wel heel bijzonder toestelletje, een nep schildpadei vol elektronica kan een wapen zijn in de strijd tegen het uitsterven van de zeeschildpad. Een 3D-geprint ei dat InvestEGGator heet, kan politie en justitie de weg wijzen naar de sleutelfiguren in deze illegale handel.

Onderzoekers begroeven 3D geprinte eieren voorzien van GPS in 101 nesten op vier broedstranden in Costa Rica. Niet toevallig, want daar leven vier van de zeven soorten zeeschildpadden. Op het eerste zicht is een zo’n nep-ei met GPS iniet te onderscheiden een van een echt exemplaar. Vooronderzoek toonde aan dat dit ook niet schadelijk was voor de echte eieren en de incuberende embryo’s. Wanneer een stroper een nep-ei meerooft, kan men het traject volgen tot de eindbestemming. In dit onderzoek leidde één spoor over 137 km en gedurende twee dagen van het strand via een laadperron achterin een louche supermarkt naar een residentiële villa.
Bron: EOS

 

Peter Staljanssens uit Hamme houdt en kweekt al veertig jaar reptielen. Dat doet hij niet zomaar, want als penningmeester van de Vlaamse Terrarium Vereniging kent en respecteert hij de regels ...

Zijn voorkeur gaat uit naar waterschildpadden, met kweekresultaten van verschillende soorten muskus- en modderschildpadden. Ook de roodwang- en bijtschildpad (tot F2 generatie) zorgen al een tiental jaar voor de nodige nakweek. Enkele Afrikaanse soorten waaronder de Afrikaanse moerasschildpad hebben al nakweek voortgebracht. Maar het meest tot de verbeelding sprekende kweekresultaat bekwam hij met de Zuid-Amerikaanse Matamata (Chelus fimbriata) waar hij als eerste in België mee kweekte.

Peter heeft zich nu met zijn alligatorschildpad (Macrochelys temminckii) in de picture gezet, want zeventien eieren van zijn Noord-Amerikaanse zoetwaterschildpad leverden verrassend genoeg een jong op. “Dat is eerder al gebeurd in de dierentuinen van Praag en Rotterdam, maar tot dusver nooit bij een hobbyist”, zegt Peter.

 

In de Oosterschelde nabij Wemeldinge is gisteren een schildpad van circa 2,5 meter gespot. Dat melden verschillende Nederlandse media.

Agenten van de Nederlandse politie zagen het reptiel tijdens een training (afb. links). Het betreft hier waarschijnlijk een Lederschildpad (Dermochelys coriacea), een beest wat gewoonlijk in warmere oorden voorkomt.
De lederschildpad leeft normaal in tropische en subtropische oceanen en trekt naar het noorden om daar kwallen te eten.

Rechter afbeelding: Lederschildpad (Dermochelys coriacea) op een strand In Amerika.

 

In de strijd tegen de Amerikaanse stierkikker, een invasieve exoot, zal in de vallei van de Grote Nete een techniek gebruikt worden die nooit eerder werd toegepast op amfibieën. Er zullen namelijk door de Hogeschool PXL ontwikkelde steriele kikkers ingezet worden die de concurrentie met de Amerikaanse stierkikker aangaan. De populatie van die laatste zal op een natuurlijke wijze, zonder het gebruik van chemische middelen, teruggedrongen worden.



Het is een wereldprimeur die de provincie Antwerpen mee financieel ondersteunt. De stierkikkers zorgen al langer voor problemen in de vallei van de Grote Nete. Ze voelen zich thuis in voedselrijke wateren, maar hebben als invasieve exoten geen natuurlijke vijanden in onze streken. Vooral in de provincie Antwerpen komen grote populaties voor en krijgen inheemse kikkers en salamanders geen kansen meer.

In het najaar worden er in een drietal omheinde vijvers in Scheps in Balen gekweekte steriele larven van stierkikkers uitgezet die, eenmaal volwassen, in competitie kunnen gaan met de vruchtbare Amerikaanse stierkikkers.
 
Ook de opmars van de Chinese wolhandkrab, een andere exoot langs waterlopen in Limburg en de Antwerpse Kempen, zou door de PXL-techniek kunnen worden teruggedrongen.

zie ook splinterniewsbericht uit 2016
zie ook splinterniewsbericht uit 2018


 

Subcategorieën